Ik ben in Spanje! Trots op mezelf dat ik al zover ben gekomen maak ik kennis met meerdere pelgrims. Enkelen uit Parijs, 2 Duitsers, enkele Koreanen want een derde van de zuid Koreanen is Christen, een Chinese en enkele Spanjaarden.
Via Het hoog in de Pyreneeën gelegen Roncevalles dalen we af in het Spaanse landschap. De dorpen zijn hier rijker. Waarschijnlijk vanwege de vele duizenden pelgrims die ieder jaar weer het nodige uitgeven aan herbergen en restaurants. In deze tijd van het jaar is het aantal kleiner. Iedere dag lopen er zo’n 10-15.
Het overnachten gebeurt in albergues. Slaapzalen met 4-20 stapelbedden of meer zorgen voor de nodige geluiden 's nachts en in de vroege ochtend als enkelen al vroeg opstaan en hun rugzakken inpakken. Gelukkig bestaan er oordopjes.
Eten en koken doen we soms gezamenlijk en soms bieden de veel aanwezige barretjes een keur aan heerlijke pinxos. De vele kerken langs de route zijn grotendeels gesloten uit angst voor diefstallen.
Pamplona bruist van het leven op straat en op de terrassen want het is hier overdag nog tussen de 15-20 graden. Door de meerdere pelgrims is er vaker gelegenheid tot kennismaken en afscheid nemen. De gesprekken gaan soms vanzelf direct heel diep en worden met regelmaat persoonlijk. De camino is blijkbaar een veilige omgeving waar velen hun maskers niet nodig hebben.
Tijdens het lopen studeer ik een beetje Spaans en luister ik soms muziek. Van Remco Hakkert en Matthijn Buwalda tot Trijntje Oosterhuis. Bij het horen van haar muziek met tekst van haar vader schiet ik vol. De tekst raakt me zeer en doet me reflecteren. Dat doet de camino met een mens en het is goed. Net zoals het luid meezingen met vrolijke muziek. Het hoort bij het leven en niemand die me hoort.
Burgos toont me haar wonderschone kathedraal en in León is men al vol in kerstsfeer.
De Meseta, een 170km stuk vlak hoogland zonder hindernissen op de horizon doet me stap voor stap uithouden en bezinnen. Ik geniet nog steeds maar kan ook al een beetje naar het einde verlangen. En dat einde nadert van 600 naar 500 naar 400 km.
In Astorga bezoek ik het bisschoppelijk paleis van Gaudi. Het wordt ondanks de zon kouder en zo heb ik het leven en het landschap in 3 maanden van zomer naar herfst en winter zien gaan.
Nog een week of twee en dan ben ik in Santiago.
Adios en Hasta Luego!
Frank van Hees