Bij Marcus 9,40
‘Eigen volk eerst’. Het klinkt niet alleen in de politiek, op straat, maar helaas ook vaak genoeg binnen de kerk. Zeker als er kerken gesloten worden, parochianen verdrietig ‘op straat komen te staan’ en andere kerken gevraagd worden parochianen van elders op te vangen, is de verleiding groot om te spreken in termen van ‘wij’ en ‘zij’.
‘Hoe zo gaat een ander op mijn stoel zitten in het koor?’ ‘Waarom moet de kruisweg van die andere kerk opeens een plek krijgen in ‘mijn’ kerk?’ Terwijl we toch allemaal gelovigen heten te zijn, die – zo veronderstel ik – in de voetstappen van Jezus van Nazareth proberen te gaan. De werkelijkheid is helaas soms anders.
In het evangelie van deze zondag nodigt Jezus ons uit ruim te denken. Waar je ook vandaan komt en wie je ook bent, als je in zijn naam en geest handelt, maak je deel uit van het grotere geheel. Dan ben je broeder en zuster van elkaar.
Het is gemakkelijk om in je eigen kringetje te blijven hangen. Om te focussen op wat ons scheidt in plaats van wat ons verbindt. Jezus vraagt ons de waarde van elke persoon te erkennen, ook al behoort die niet meteen tot onze eigen gemeenschap. Elke daad van goedheid, hoe klein ook, heeft betekenis en weerspiegelt de liefde van God.
‘Wie niet tegen ons is, is voor ons.’ Jezus roept ons op alles los te laten, wat ons verhindert om liefdevol te leven: vooroordelen, angst, trots. De hand uit te steken naar de ander en samen de toekomst in te gaan. Is dat geen aantrekkelijk perspectief?
pastor Frank de Heus, pastoraal werker