Terug van vakantie tref ik tot mijn verbazing bij mij thuis een groene tuin aan. Dat had ik met alle hitte en droogte die Europa geselen, niet verwacht. Ik had weliswaar mijn voorzorgsmaatregelen getroffen: potten in de schaduw, extra water op schotels eronder. De vele schaduw in mijn tuin zal ook wel geholpen hebben. Of was het minder warm en droog in Nederland, dan waar ík was?
Hoe het ook zij. Ik heb het afgelopen jaar steeds meer oog gekregen voor hoe onze natuur ervoor staat en da’s niet best. Ik ben bijvoorbeeld gewend geraakt aan de grote vlakken egaal-groene weiden. Maar ik herinner mij inmiddels weer, hoe we in de jaren ’60 en ’70 - als kinderen - met Pinksteren grote boeketten bloemen voor moeder plukten langs de weg. De weilanden waren groen en geel en rood en zoveel kleuren meer. In de Alpen trof ik de afgelopen weken zulke bloemrijke weiden aan. Ze bestaan nog!
Met jongeren waren we dit voorjaar in het Witte Veen bij Buurse onder begeleiding van twee deskundigen van het IVN de natuur ingetrokken. Het was een warme dag. De boswachter liet ons vanuit de hitte onder het dichte bladerendek van een Beukenboom schuilen. De koelte was verbluffend. Voor mij was het een bijna religieuze ervaring. Wat één boom kan doen! Daar zouden we er veel meer van moeten hebben in onze dorpen en steden.
In Duitsland zijn hele Sparrenbossen afgestorven. Ik zag ze staan als bruine skeletten langs de weg. Door opwarming is de Spar kwetsbaar geworden. De schorskever heeft daardoor zijn dodelijke werk kunnen doen.
Maar het kan nog erger. Achter in het Kaunertal in de Tiroler Alpen heb ik op 3100 meter hoogte een gletscher bezocht. Althans wat daar van over was. Her en der lagen grote brokken ijs in het dal, die ooit samen één grote gletschertong hebben gevormd. Ze waren bedekt met grote doeken om ze te beschermen tegen de zon. Wat de natuur in duizenden jaren heeft opgebouwd, lijkt in een oogwenk te verdwijnen. Hoe hebben we het zover kunnen laten komen?
Mij is duidelijk, dat het roer om moet. Daarom is het goed dat er een wereldwijde maand van de Schepping is. In de Jacobus- en Franciscusparochie besteden we daar aandacht aan met vieringen, het planten van bomen, filmavonden, gesprekken, een schilderproject voor kinderen.
Dat doen we in de geest van Laudato Si’. Een encycliek van paus Franciscus geïnspireerd op hoe die andere Franciscus van 800 jaar geleden met Gods schepping omging. Kern van Laudato si’ vormt de vraag, wat voor wereld wij willen achterlaten aan wie na ons komen, aan kinderen die nu opgroeien. Als je die vraag wilt beantwoorden kom je als vanzelf te spreken over wat de betekenis is van ons bestaan en welke waarden de grondslag vormen van ons sociale leven.
Wat is het doel van ons leven in deze wereld? Waarom zijn we hier? Wat is de bestemming van ons werk en al onze inspanningen? Wat heeft de aarde van ons nodig?
‘Tenzij we worstelen met deze diepere vragen’, zegt de paus ‘geloof ik niet dat onze zorg voor ecologie belangrijke resultaten zal opleveren.’ Gewis, dat we ons juist als geloofsgemeenschap over deze vragen moeten buigen.
Pastoraal werker Frank de Heus