Uithouden
Hij verbleef bij de wilde dieren en de engelen bewezen Hem hun diensten. (Mc., 1, 12-15)
We zijn de vastentijd begonnen.
We oefenen onszelf in afzien van zaken en genoegens.
Om in te zien hoe nodig en helpend ze eigenlijk zijn.
Word je wel of niet een beter mens van wat je meestal eet en koopt?
Of waarmee je jezelf vaak troost, verstrooit of verdooft?
De vasten is een tijd van gekozen schaarste en beheersing.
Van afzien om te gaan inzien, wat ons afleidt van de echt belangrijke zaken in ons leven:
De liefdevolle onbelemmerde omgang met God en anderen.
Jezus gaat naar de woestijn. Om dat in de eenzaamheid uit te zoeken.
Daar verblijft hij bij de wilde dieren, schrijft de bijbel.
Wij herkennen dat wel.
Je hoeft maar even écht alleen en los van de spullen te zijn, of de wilde dieren dienen zich aan.
Weten wij wat ons bang maakt?
Wat ons kan aanvallen, aanvreten, en leegroven?
En waarom we het niet uithouden in stilte en gebed?
We moeten leren omgaan met onze wilde dieren.
Jezus vlucht niet voor ze weg.
Dat heeft ook geen zin. Ze komen ons achterna.
Er staat dat Jezus bij ze verblijft.
Dat heeft zin.
Dat je het bij ze uithoudt, zonder dat ze jou de baas zijn.
Zodat je vrij wordt om anderen echt van dienst te zijn.
Goede veertigdagentijd, houd vol.
Of beter: laten we t uithouden!
Paul Daggenvoorde, pastoor