Het is alweer meer dan een jaar geleden, dat een zwager van mij overleed. De man van mijn jongste zus. Midden zestig. Veel te jong. In een maand was hij weg. Het afscheid was verdrietig, maar prachtig. Door de persoonlijke verhalen van mijn zus en mijn nichten werd mijn beeld van mijn zwager flink verdiept en aangevuld.
Cor, want zo heette hij, was niet iemand die met zijn gevoelens te koop liep. Wel was hij altijd nadrukkelijk aanwezig. Met een luide stem en met stevige meningen over de politiek, de geschiedenis, de maatschappij of wat dan ook. Het kon nog weleens vonken, als je met Cor in discussie ging. Maar hoe hij als vader zijn dochters de wereld heeft laten zien, gesteund en gevormd heeft, dat werd mij nu pas duidelijk. Hoe het gezin, dat hij achterliet, er stond en sprak en lachte en huilde, was nieuw voor mij. IJzersterk en ontroerend! Ik vond het verrijkend. Het verruimde mijn blik. Ik besefte eens te meer, hoe beperkt ons zicht op de ander vaak is. Zelfs als we mensen behoorlijk goed denken te kennen.
Jezus spreekt daar in het evangelie van komende zondag (Lucas 6, 39-45) ook over: ‘ Haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen die in het oog van uw broeder zit.’ Wat kennen we elkaar immers? Wat weten we over de achtergrond van medemensen en hoe ze tot hun daden komen? Je daarin verdiepen, kan de sterke kantjes er al snel afhalen; tot meer begrip leiden. Een oordeel is immers snel geveld. En hoe goed kennen we onszelf überhaupt? Hoe eerlijk zijn we, als we naar ons eigen handelen kijken; onze eigen houding tegenover anderen?
Frank de Heus, pastoraal werker
