Wij gebruiken alleen analytische cookies (voor het bijhouden van bezoekersaantallen) en cookies voor het tonen van ingevoegde youtube-video's en andere externe content. Wilt u een optimale ervaring klik dan op "Ik ga akkoord"
In de evangelielezing van komend weekend (Lucas 6, 17 en 20-26) spreekt Jezus de mensen toe. Zoals eens Mozes de berg – plaats van Godsontmoeting - afdaalde om de mensen tien God geïnspireerde Woorden van leven te geven, zo daalt Jezus de berg af om de mensen in het open veld – in de maatschappij van het leven van alledag – toe te spreken met woorden die mensen gelukkig zullen maken.
Het zijn de Woorden van Mozes, die Jezus verder uitwerkt in, onder meer, de Zaligsprekingen: “Zalig wie arm is, wie honger lijdt, wie weent, wie gehaat wordt… .”
Hoezo? Gelukkig? Zo ervaren we armoede, verdriet, rechteloosheid niet. We ervaren deze dingen allesbehalve zaligmakend.
Maar het is wel de werkelijkheid. Die werkelijkheid, het open veld, komt Jezus onder ogen en Hij laat zijn hart erdoor raken. Hij ziet de mens in zijn lijden en verdriet, maar niet als doodlopende weg, dit alles is niet het einde.
Door alles heen ziet Hij de mens en wat deze mens nodig heeft om menswaardig te kunnen leven; troost, verzadiging, gerechtigheid. Hij ziet Licht voor de mensen.
Dat is waartoe Hij ook zijn toehoorders, ons, wil overhalen. Dat wij zo leren kijken naar anderen en naar onszelf als ons iets overkomt. Dat wij blijven uitzien naar licht en toekomst en vanuit die hoop proberen te leven. Zoals zo mooi verwoord in een lied van Huub Oosterhuis “want van U is de toekomst, kome wat komt… .”
Als wij in dat vertrouwen de toekomst tegemoet gaan, zijn wij op de goede weg.