Op de laatste zondag van het kerkelijk jaar, dit jaar op 24 november, vieren we Christus Koning van het heelal. Zijn Koningschap mag ons een teken zijn dat naar Gods toekomst wijst.
Deze regels uit psalm 72 geven aan hoe wij met deze koning op weg mogen gaan. Een Koning die zoals psalm 72 (1) het uitzingt. Het is als een gebed. Een koning die armen opricht, vrede zal brengen. Een koning die in zijn hart de meest kwetsbaren draagt. Lees deze psalm (blz. 119 GVL). Een koning die niet gediend wil worden maar dienstbaar is.
Psalm 72II (blz. 122 GVL) zegt het met deze woorden:
‘Voor kleine mensen is Hij bereikbaar, Hij geeft hoop aan rechtelozen. Hij zal opkomen voor de misdeelden. Trouw en vrede zal er in overvloed zijn’.
Een verlangen naar? Ik noem dit verlangen een soort van profielschets. Maar wie kan daaraan beantwoorden? Het is voor hen die leidinggeven en ik denk ook voor ons allen. Welke keuzes maak ik? Is en blijft het een verlangen náár óf zetten wij stappen om dat koninkrijk zichtbaar te maken.
Deze koning, Jezus, zegt immers ook dat het koninkrijk Gods nabij is, en roept op tot bekering. Een ommekeer. ‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld’, zegt Jezus.
En toch zagen velen Hem als koning die als een goede herder mensen de weg zou wijzen. Een herder die ons bijeen zal houden. Een herderlijke koning die redt. Een koning die zichzelf niet wilde redden, maar een koning met karakter. ‘Koning ben ik, maar mijn koninkrijk is niet van deze wereld’. De kroon voor Hem wordt een doornenkroon.
Onze wereld heeft behoefte aan mensen zoals deze koning. Mensen die misschien niet van deze wereld zijn, maar met beide benen stevig in deze wereld staan. Mensen die de wereld willen maken tot een koninkrijk van vrede en gerechtigheid, een wereld van liefde. Een wereld waarin mensen naar elkaar omzien.
Willy Rekveld, parochievicaris