Komende zondag horen we Jezus zeggen: ‘Vaar naar diep water en gooi daar je netten uit!’ (Lc. 5,1-11). Jezus zegt dat tegen Petrus. Die heeft heel de nacht zitten vissen. Maar zonder resultaat. Petrus heeft de moed opgegeven.
De uitspraak van Jezus deed mij denken aan de tijd, dat ik nog moest leren zwemmen. Ik zal een jaar of zes zijn geweest. Ik moest op voor diploma B. Dat betekende, dat ik moest leren duiken en zeven meter onder water moest zwemmen. Voor mij waren dat zeven angstaanjagende meters. Het lukte mij dan ook niet totdat een neef van mijn vader, die badmeester was, een rijksdaalder in het water gooide – in het diepe ! – en ik hem op moest duiken. Die rijksdaalder was groter dan mijn angst. Zo heb ik geleerd kopje onder te gaan en onder water te zwemmen.
In de Bijbel staat een groot water voor chaos. Het symboliseert alles waar wij bang voor zijn. Angst voor spinnen in de huiskamer. Angst om iemand eens goed de waarheid te zeggen. Angst om onbekende me nsen aan te spreken. Angst voor een schoolexamen. Angst om te spreken in het openbaar. Ik noem er maar een paar.
En wat vraagt Jezus van ons? Vaar naar het diepe. Daar waar onze angst het grootst is. En hij zegt: “Gooi jullie netten uit om vis te vangen”. “Wat zouden we moeten vangen?”, werpt Simon tegen. We hebben heel ons leven al gezwoegd. Wat heeft het ons opgeleverd? Helemaal niets! We hebben het al zo vaak geprobeerd! Ik geloof er niet meer in. Maar hij doet het toch! Op gezag van het Woord van Jezus, doet hij iets, wat hij uit zichzelf nooit gedaan zou hebben.
Soms hebben we die Ander nodig om over de drempel heen te stappen en onze angst te overwinnen.
Frank de Heus, pastoraal werker
