Het voornaamste gebod
God en de uw naaste beminnen, Mt. 22, 34-40
In het geloof wordt ons liefde gevraagd, het is de kern van geloven. De vraag aan ons is dan ook: wat en waar hebben wij geloof in. De voorbije zondag kwamen in Overdinkel pelgrims samen om dat te vieren. In het thema: ‘ik geloof’ werd deze 111de Gerardusbedevaart gehouden.
In het evangelie stelt een wetgeleerde Jezus een vraag. Hij wil hem op de proef stellen. Jezus geeft als antwoord: Liefde tot God en vertaald is dat de liefde tot de mensen.
Hebben wij daarin geloof?
De beelden die tot ons komen in woord, beeld en media spreken een andere taal. Maar wat ik wel ervaar is: dat hierin de liefde ver weg is. Voor mij is immers liefde: vrede en gerechtigheid. In mijn jeugd, wanneer wij wel eens ruzie hadden leerden wij; wat gij niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet. Als dat eens een waarheid kon worden. Wij mogen deze oude gezegde zien als een advies ook in ons gelovig zijn en daarbuiten. Het is er voor heel de samenleving van hoog tot laag. Het leven is immers liefde krijgen en liefde geven. Dat wordt maar al te vaak vergeten in het doen en laten.
De mens, u, jullie en ik groeien niet alleen van eten, maar ook dat we liefde ontvangen. Groeien in liefde is daarin een ander laten groeien tot een mens van liefde. Door in de ogen van je naaste God te zien, de Beminde, in de liefde tot mensen.
Vrede en alle goeds in die liefde.
parochievicaris Willy Rekveld