Hemel
“De Heer is toch geen God van doden maar van levenden. Want voor Hem zijn allen levend.” Lucas 20, 38
Of oma opa zal weerzien? Kleinkinderen vragen naar de hemel. Oma’s dood roept vragen op over leven en eeuwig leven. Wat ze zelf denken? En dat de bijbel er niet veel over zegt. Dat Jezus vooral bezig is met wat wij hier en nu doen voor de armen. Minder met hoe het na de dood is.
En hoe belangrijk het in ons aards bestaan is elkaar te zien, en in de ogen te kijken. In de liefde, en bij ruzie: ‘kijk me aan als ik tegen je praat’. Te worden gezien is misschien wel het allerbelangrijkst voor ons geluk. En dat hemels geluk zoiets is als echt geluk op aarde. Maar helemaal anders, en beter. Want eeuwig bij God. De bijbel spreekt van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Ik zeg te hopen bij God met nieuwe ogen in Gods volle licht God zelf te zien, van aangezicht tot aangezicht. En eindelijk en eeuwig ook Jezus.
Over wie ik hier alleen maar hoor. Of iets zie als christenen goede dingen doen, ten koste van zichzelf. En dat ik verwacht de mensen te zien voor wie Jezus door bijbel en kerk mijn ogen wilde openen. Maar aan wie ik voorbij keek.
Het oogje dat oma op opa had zal toch in eeuwigheid wel blijven? En ondenkbaar toch dat ze jullie geluk niet meer in het oog houdt? Bovendien zal ze eeuwig en ten volle zien wat ze altijd heeft aangevoeld; de echte liefde van God en van opa. Denken jullie niet?
Paul Daggenvoorde, pastoor