‘Alleen een stok,
geen voedsel, geen reiszak, geen kopergeld,
wel moogt ge sandalen dragen’ (Mc. 6)
Uit een gesprek klinken vragen na: “Hoe is wat in de bijbel staat waar? Als God liefde is, waarom dan ellende in de wereld? En waarom kerk zoals die is? De vragen zijn niet nieuw. De antwoorden blijvend moeilijk.
Over de ervaren aanwezigheid van God kan best veel gezegd worden, maar in wezen blijft God onbegrijpelijk. God is niet vast te pakken of te zien. Terug in Enschede loop ik de kerk in: “Waarom is dat zo met U, en niet anders?”
‘Hoe of ik het zelf wel graag gehad had willen hebben?’ Lijkt de wedervraag. Wat zou u antwoorden?
De geloofsbelijdenis gaat door mijn hoofd: ik geloof in Jezus Christus. Ik vertrouw hoe Hij met mensen gesproken en gedaan heeft. Dat wij langs zijn wegen tot Leven komen. Ineens kan het me niet zoveel meer schelen, dat God niet te vatten is. Als God óns maar begrijpt, én helpt.
Jezus zegt dat dat zo is. En ook dat wij God niet in de weg moeten staan. Niet met onze zorgen. Evenmin met ego en spullen. Neem ter verzekering maar beter niks mee. Zegt Jezus dit weekend. Alleen wat nodig is om op weg te kunnen blijven. Alleen jezelf dus en jouw vertrouwen. En vooruit, ook schoeisel om te kunnen blijven gaan. En een stok. Om te steunen én jezelf te kunnen weren. Niet meer, en niet minder.
Good goan!
Paul Daggenvoorde, pastoor