Een ‘Blijde Boodschap’
Begin van de Blijde Boodschap van Jezus Christus, de Zoon van God (Marcus 1,1). Zo begint het evangelie, de Blijde Boodschap, volgens Marcus. Uit dit evangelie gaan we het komend liturgisch jaar in de weekendvieringen vaak lezen. Dat liturgisch jaar begon afgelopen zondag met de 1e Advent. Achter één zo’n zinnetje in de Bijbel gaat een hele wereld schuil. Dat maakt de Bijbel zo’n interessant boek.
‘Begin’, het eerste woordje in het evangelie, doet bijvoorbeeld al denken aan het eerste woord, waar het Oude Testament mee inzet. Ook dat begint met ‘In den beginne’… en dan verder… schiep God de hemel en de aarde. In de roerige tijd, waarin Marcus schreef (land bezet door de Romeinen; volksopstanden; het hart van de joodse godsdienst, de tempel verwoest) is er iets nieuws begonnen. Zoals God de hemel en de aarde geschapen heeft, gaat er ook nu weer een nieuwe schepping beginnen.
En niet zomaar één. Dit keer is het nieuwe begin gebonden aan de persoon van Jezus, de zoon van God. Voor heidenen die weten van ‘godenzonen’ niets onbekends. Voor joden evenmin. Een zoon van God, was iemand, die dicht bij God stond. Op vertrouwde voet, zeg maar. Marcus noemt hem zelfs ‘Christus’. Dat is niemand minder dan de Messias.
De wereld van God is niet ver meer. Hij is midden onder ons. Je hoeft die wereld alleen maar te zien. En dan waar gaan maken.
Dat is werkelijk een ‘Blijde Boodschap’. Een ‘Evangelie’. Zo heetten de decreten, die de Keizer, afvaardigde trouwens ook. Marcus leent het begrip en vult het opnieuw in. Nu wordt het een Blijde Boodschap van de enige ware God. Daar mag je op vertrouwen! Maar je moet het dus wel willen zien!
door Frank de Heus, pastoraal werker